In dit hoofdstuk

Projecten

We belichten de dertien gebieden en projecten die het NOW in 2021 ondersteunde.

dertien projecten
en gebieden

Het NOW ondersteunt projectleiders, gebieds- en procesmanagers van bestaande opgaven en programma’s. Ondersteuning is maatwerk, het richt zich op omgevingsgericht werken en het bestaat uit het meedenken in de aanpak, het inzetten van expertise (uit het NOW zelf of ingehuurd) en/of het financieren van onderzoek. 


Het netwerk is in principe nooit de formele trekker van een project of gebieds-opgave. Een enkele keer neemt het NOW het initiatief als het eigenaarschap in de lijn nog niet bekend is, zoals bij de Harmelerwaard, Conferentie Rijnenburg en verkenningen voor gebiedssamenwerking. We zorgen er vervolgens zo snel mogelijk voor dat de activiteiten geborgd worden in bestaande programma’s en organisatieonderdelen.

We zijn de geplande acht gebieden of projecten in 2021 ruimschoots voorbij-gegaan en ook nu, in 2022, dienen er zich nog steeds nieuwe gebieden en projecten aan. We voeren gemiddeld wekelijks een gesprek over een verkenning voor nieuwe gebieden, projecten en opgaven die in aanmerking kunnen komen voor ondersteuning.

Aan diverse verkenningen hebben we extra tijd besteed: Wegh der Weegen, Amersfoort Bovenduist, Wijkse Waarden, Gebiedsgerichte aanpak energie- en landbouwtransitie en Pilots Flexwonen in het Buitengebied. Sommige zijn daarbij met een kortstondige interventie verder geholpen, zoals de Wegh der Weegen. Voor anderen, zoals Flexwonen in het Buitengebied, vinden vervolgactiviteiten plaats in 2022.


Het NOW leverde in 2021 een substantiële bijdrage aan dertien projecten of gebieden. Die zijn opgedeeld in:




Projecten rondom utrecht

1


Harmelerwaard

Speerpunt Speerpunt Speerpunt

Wat gebeurt er?

De gemeente Woerden en de provincie Utrecht werken samen aan de totstandkoming van een nieuw toekomstperspectief voor het glastuinbouwgebied in de Harmelerwaard. De tuinders uit het glastuinbouwgebied kaartten bij de gemeente en provincie afzonderlijk aan dat hun toekomst op de huidige locatie door verschillende oorzaken onder druk staat. Bij beide overheden hebben zij een luisterend oor gevonden voor hun problematiek. Vervolgens zochten de gemeente en provincie elkaar op en besloten om zowel ambtelijk als bestuurlijk gezamenlijk op te trekken in een verkenningsstudie naar de toekomst van het gebied. Dit houdt in dat de provincie Utrecht ambtelijke en bestuurlijke capaciteit ter beschikking stelt en een financiële bijdrage aan de verkenningsstudie levert. Als bevoegd gezag over het grondgebied is de gemeente Woerden penvoerder voor de verkenningsstudie, waarbij ze de benodigde acties in nauwe samenwerking met de provincie uitvoert. Het optrekken als één overheid is van belang, omdat het glastuinbouwconcentratiegebied een gemeentegrensoverschrijdend belang vertegenwoordigt en daarmee de bevoegdheden van de provincie raakt.

Ervaringen met het eerder centraal zetten 
van een maatschappelijk initiatief en de samenwerking als één overheid

Reinard van Doggenaar is strategisch bestuursadviseur bij de gemeente Woerden en ambtelijk contactpersoon voor dit project. Hij is tevreden over de samenwerking met de provincie. “De samenwerking als één overheid verloopt over het algemeen goed. De bereidheid van de provincie om mee te denken en het proces te faciliteren, zonder daarbij direct haar stempel te willen drukken, is positief. De gemeente voelt zich daadwerkelijk door de provincie gesteund in het traject. Je kunt in dit proces soms wel merken dat de gemeente voor dit initiatief minder capaciteit en middelen tot haar beschikking heeft dan de provincie. Het directe gevolg daarvan is dat we af en toe een ander tempo hanteren, maar dankzij de goede samenwerking weten wij dit te ondervangen.”

Over het eerder centraal zetten van het maatschappelijke initiatief vertelt Reinard: “De tuinders in de Harmelerwaard hebben het initiatief genomen om de overheden te benaderen en hun problematiek voor te leggen. Zij waren al heel ver in hun gedachtegang over de toekomst van het glastuinbouwgebied. Er was zelfs al een ruimtelijk raamwerk opgesteld voor een transformatie richting woningbouw. De overheid had wat dat betreft echt een been bij te trekken. Gemeente en provincie hadden in eerste instantie namelijk helemaal geen verandering in het gebruik van het gebied voor ogen."

De provincie en de gemeente zochten vervolgens naar een proces dat niet alleen het belang van de tuinders dient, maar álle belangen van en in het gebied meeneemt. De uitkomst: het uitvoeren van een verkenningsstudie naar de toekomst van het gebied. Maar daar zit voor de tuinders wel een zorg, zegt Reinard. “Vanuit bedrijfseconomisch belang willen de tuinders zo snel mogelijk naar een oplossing toe. Maar een verkenningsstudie waarin alle belangen een plek kunnen krijgen, kost nu eenmaal tijd. Voor overheden is het zorgvuldig uitvoeren van deze stap desondanks van cruciaal belang. Zij staan ten slotte voor het algemeen publiek belang en wegen een initiatief altijd hiertegen af.”

Het algemene publieke belang is echter niet eenzijdig, vervolgt Reinard. “De tuinders willen de (financiële) mogelijkheid hebben om zich te kunnen verplaatsen naar een locatie elders. De ontwikkelmogelijkheden in het gebied zijn bepalend voor de financiële mogelijkheden van de tuinders. Harmelen wil als kern onafhankelijk van Utrecht blijven functioneren en zeker niet aan Utrecht vastgroeien. De gemeente Woerden heeft geen behoefte aan grootschalige woningbouw op deze locatie, aangezien de grote ontwikkellocaties in de kern van Woerden liggen. Regionaal gezien is er echter wel een enorme vraag naar woningen, waardoor de woningmarkt onder druk staat. De provincie ziet bovendien dat de glastuinbouwconcentratie-gebieden onder druk staan. Daarnaast wil zij graag dat er een goede balans tussen verstedelijking en groene ruimte blijft (Groen Groeit Mee). Kortom, vele belangen komen hier samen. Via het toepassen van een verkenningsstudie proberen we met al deze belangen rekening te houden. We hebben daarom in het proces ook voldoende ruimte ingebouwd voor participatie. Alle belanghebbenden moeten hun wensen en argumentatie voor het voetlicht kunnen brengen.”

Portretfoto: Reinard van Doggenaar

Mijn droom is een breed gedragen toekomst voor het gebied, waarbij de tuinders de mogelijkheid hebben tot uitplaatsing en alle belang-hebbenden tevreden zijn met het toekomstperspectief.

Reinard van Doggenaar

Over de gedroomde uitkomst is Reinard duidelijk. “Een breed gedragen toekomst voor het gebied, waarbij de tuinders de mogelijkheid hebben tot uitplaatsing en alle belanghebbenden tevreden zijn met het toekomstperspectief. Om dit te verwe-zenlijken, is er in eerste instantie een goed participatieproces nodig dat bijdraagt aan begrip voor de verschillende belangen. Daarnaast is het goed mogelijk dat er financiële middelen nodig zijn om een gewenst toekomstbeeld te kunnen realiseren.”

Wat heeft het tot nu toe opgeleverd?

In het afgelopen jaar zijn er samenwerkingsafspraken tussen gemeente en provincie gemaakt en vervolgens afgestemd met de initiatiefnemers. Er is een procesmanager aangesteld om de verkenningsstudie te trekken. Provinciale Staten (PS), Gedeputeerde Staten (GS) en het concernmanagementteam (CMT) van de provincie Utrecht zijn samen met de burgemeester en wethouders van Woerden op 29 september 2021 op werkbezoek geweest in het gebied.

2

LUNETTENPARK - MAARSCHALKERWEERD

Speerpunt Speerpunt Speerpunt Speerpunt

Wat gebeurt er?

Aan de rand van Utrecht ontwikkelt de gemeente Utrecht het Lunettenpark. Dit nieuwe park is onderdeel van Maarschal-kerweerd en ligt tussen de Waterlinieweg, de Kromme Rijn, de sportparken Koningsweg, Zoudenbalch en het treinspoor naar Arnhem in. Samen met Amelisweerd wordt Maarschalkerweerd een groot parklandschap, waar Utrechters en bezoekers kunnen ontspannen en sporten in een aantrekkelijke en groene omgeving. In het Lunettenpark staat de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) met de forten de Vier Lunetten centraal. Daarmee wordt het Lunettenpark hét gebied waarin cultureel militair werelderfgoed, de stedelijke dynamiek en buitengebied samenkomen.

Dit project draagt bij aan het Ontwikkelperspectief Maarschal-kerweerd van de gemeente Utrecht. Voor de provincie Utrecht zijn de ontwikkelingen in Maarschalkerweerd van belang vanwege de verstedelijkingsopgave, de Groen Groeit Mee ambities en omdat de NHW erdoorheen loopt. Het programma NHW heeft een financiële bijdrage (subsidie) verleend aan de gemeente Utrecht voor een stukje ontwikkeling van het Lunettenpark. Deze ontwikkeling levert niet alleen een grote bijdrage aan de ambities van de provincie voor de de Nieuwe Hollandse Waterlinie, maar draagt ook bij aan de ontwikkeling van het programma Groen Groeit Mee, de versterking van het regionale recreatieve netwerk en de ontwikkeling van een recreatief fiets- en wandelnetwerk in het achterland van Lunet I en II. Tegelijkertijd is er afgelopen jaar een regionale U Ned verkenning Koningsweg/Lunetten gestart, die (deels) over het genoemde gebied gaat of eraan raakt.

Kortom, het is een gebied waarin veel belangen samenkomen en waar een grote druk op iedere vierkante meter staat. Hoe werken we gedurende zo’n complexe ontwikkeling samen als één overheid? Om dit te verkennen werkte een projectleider van de provincie in de periode september 2020 - december 2021 mee in het uitvoeringsteam van de gemeente in dit gebied.

Ervaringen met de gezamenlijke inzet 
in het uitvoeringsteam

Pim Kimenai draaide als provinciale projectleider een dag per week mee in het gemeentelijke uitvoeringsteam: “Naast dat je makkelijk en snel kennis uitwisselt, is op deze manier samen-werken ook gewoon heel tof. We kregen echt een kijkje in elkaars keuken en daarmee ging het leren veel verder dan alleen de gestelde doelstellingen binnen de opdracht waaraan ik werkte. Ik kreeg ook de cultuur van de gemeente Utrecht mee. Dat helpt bij het leren van elkaar, het bouwen van relaties en om elkaar in toekomstige projecten ook weer beter te verstaan.”

“Samenwerking vanuit meerdere overheidsorganisaties in uitvoeringsteams levert naast plezier ook kortere lijntjes op," vervolgt Pim. "Vanuit het projectteam zorgde ik voor uitwisseling van kennis en informatie over overlappende projecten en ontwikkelingen tussen de gemeente en provincie. Daarnaast heb ik vanuit de gemeente Utrecht werkzaamheden rondom community building en participatie begeleid. Bij voorbereiding van plannen en ontwikkelingen, bij zoektochten naar mogelijke oplossingen en bij het uitwisselen van kennis en ervaring, helpt het als je de wijsheid, kennis en kunde van beide organisaties tot je beschikking hebt. Wat dat betreft is het jammer dat we dit zo weinig doen, want ik geloof dat samenwerking ín (elkaars) uitvoeringsteams veel efficiënter werkt dan overleg mét elkaar.”

Portretfoto: Pim Kimenai

Ik geloof dat samenwerking ín (elkaars) uitvoeringsteams veel efficiënter werkt dan overleg mét elkaar.

Pim Kimenai

“Eigenlijk zou je op deze manier de samenwerking als één overheid vorm kunnen geven bij alle langdurige gebiedsontwik-kelingsprojecten, waarin zowel lokale als regionale (provinciale) belangen een rol spelen," besluit Pim. "Het zou supertof zijn als de gemeente zegt: 'Wij gaan nu werken aan de gebiedsontwikkeling Lunettenpark. We willen hiervoor een team samenstellen met de volgende expertises. Provincie Utrecht, één of meerdere van die expertises zou vanuit jullie kunnen komen. Kunnen we met elkaar in overleg of jullie deze expertise kunnen leveren?' Of dat wij dat gewoon zelf aanbieden aan de gemeenten.”

Aansprekende resultaten

Door als provincie deel te nemen aan de projectgroep Lunettenpark van de gemeente Utrecht, ontstond een betere afstemming tussen de gemeente en de provincie. De samen-werking heeft mooie activiteiten en resultaten opgeleverd:

Vanwege de focus op de Nieuwe Hollandse Waterlinie werkt sinds najaar 2021 een ontwerper van het provinciale NHW-team mee aan de uitwerking van de gemeentelijke plannen voor de Lunetten. Deze versterking komt voort uit de bestaande samenwerking tussen gemeente en provincie.

Begin 2022 organiseert de provinciale projectleider, op verzoek van de gemeente, een kennisuitwisselings-bijeenkomst voor de participatie-specialisten van provincie en gemeente Utrecht.

Gemeente en provincie onderzoeken de mogelijkheden voor een gezamenlijke inzet op de groenopgave bij verstedelijking.

3


A12-ZONE

Speerpunt Speerpunt Speerpunt Speerpunt

Wat gebeurt er?

De A12-zone is een grote en belangrijke ontwikkellocatie in de provincie Utrecht. In de Omgevingsvisie provincie Utrecht is de A12-zone aangegeven als de 'lange termijn zoekrichting grootschalige ontwikkeling wonen-werken-bereikbaarheid’. In Utrecht Nabij is het gebied van de A12-zone opgenomen als één van de metropoolpoorten in de ‘grote U’, een U-vormig gebied rond het centrum van Utrecht met een focus op Leidsche Rijn-Zuilen, de A12-zone en Lunetten/Koningsweg - Utrecht Science Park. In het kader van U Ned worden in het Gebiedsonderzoek de langere termijn verstedelijkingsmogelijkheden (na 2030) van het gebied nader uitgewerkt.

Tegelijkertijd zijn er in het hier en nu initiatieven in het gebied. Het is de kunst om deze initiatieven af te stemmen op de ontwikkelingen op langere termijn. Het NOW ondersteunt de provinciale coördinatoren hierbij. Momenteel richt deze ondersteuning zich op een onderzoek naar de verenigbaarheid van verstedelijking en een hub voor stadsdistributie over water. Dit onderzoek wordt deels betaald vanuit het NOW. We brengen de resultaten in in de U Ned Gebiedsonderzoeken en de in dat kader op te stellen verstedelijkingsperspectieven en ruimtelijke modellen.

Ervaringen met meer omgevingsgericht werken

De A12-zone verdient, als een van de grootste herontwikkelingslocaties, specifieke aandacht van alle betrokken overheden, met daarbij de nadruk op een goede inzet van het omgevingsgericht werken. Op dit moment richt de aandacht zich voornamelijk op het meer proactief en integraal aanpakken van de gebiedsontwikkeling en op hoe we daarin goed als één overheid kunnen functioneren. Het succes van de ontwikkeling van de A12-zone valt of staat met een eenduidige strategie van de gezamenlijke overheden. Essentieel daarbij is het verbinden van de korte termijn aan deze strategie. Dit vraagt om een omgevingsgerichte benadering.

Provinciaal procesmanager Martijn van Veelen: “In dit gebied moeten we als overheden wel intensief samenwerken. In het gebied liggen enorme kansen, maar het is ook best versnipperd. De gemeentegrenzen lopen dwars door het gebied en er lopen grote infrastructuurbundels doorheen, zoals de A12 en het Amsterdam-Rijnkanaal. Wel is er een gezamenlijke ambitie om wat van dit gebied te maken. We willen ervoor zorgen dat het een samenhangend stedelijk gebied gaat worden, waarin wij de potenties en de kansen ook echt benutten. Samen optrekken is dan wel een voorwaarde.”

We willen ervoor zorgen dat het een samenhangend stedelijk gebied gaat worden, waarin wij de potenties en de kansen ook echt benutten. Samen optrekken is dan wel een voorwaarde.

- Martijn van Veelen

Aansprekende resultaten

Bij zo’n lange termijnontwikkeling speelt ook altijd wel een aantal vraagstukken op de korte termijn, die raken aan de toekomstige verstedelijkingsopgave. Wat doe je dan in het hier en nu? Eén zo’n vraagstuk gaat over een hub voor stadsdistributie over water, die mogelijk een grote impact kan hebben op de toekomstige verstedelijking. Met hulp van het NOW is een onderzoek gestart om te kijken in hoeverre functies met elkaar zijn te verenigen en of een dergelijke hub is in te passen in de plannen voor de verstedelijkingsopgave. Met dat onderzoek ontwikkelen we ook kennis, inzichten en bruikbare oplossingen die we in de toekomst kunnen toepassen. Niet alleen hier, maar ook op andere locaties.

4

CONFERENTIE RIJNENBURG

Speerpunt Speerpunt Speerpunt Speerpunt

Wat gebeurt er?

Op 28 mei 2021 vond online de openbare conferentie Rijnenburg plaats. Het NOW organiseerde en financierde deze conferentie naar aanleiding van de motie ‘Rijnenburg, Energie om te Wonen’ (november 2020). 

Provinciale Staten initieerden deze motie omdat er steeds vaker via de band van de media over de polder werd gesproken, waarbij partijen ook veel van en voor elkaar invulden. Het NOW werd gevraagd om deze motie uit te voeren omdat op dit onderwerp verschillende (gebieds)processen bij elkaar komen en de conferentie nadrukkelijk gericht was op het samenbrengen van alle omgevingspartijen.

Het doel van de conferentie was om iedere partij zijn eigen perspectief te laten schetsen en de drijfveren daarvoor te delen, en daarmee een beter overzicht te krijgen van de verschillende ambities en belangen en hun onderlinge relaties.

Tijdens deze conferentie kwamen het vastgestelde beleid en de verschillende perspectieven van de voornaamste belanghebbenden aan bod. Zowel op lokaal, regionaal als nationaal niveau.

Ervaringen met de inzet van een online conferentie als eenmalige interventie in 
een gebiedsproces

De conferentie werd bezocht door een kleine 300 deelnemers, die via polls en een chatfunctie ook actief aan het gesprek konden meedoen. Verschillende gebiedspartijen gaven aan dat zij zich goed gehoord voelden en dat ze blij waren met het geboden podium. 

Het effect dat de conferentie op het gebiedsproces als geheel heeft gehad, is lastig in kaart te brengen. De conferentie is, op zijn best, één van de bouwstenen voor vervolgprocessen in en om het gebied. Wel is nu overzichtelijk gemaakt wie wat nastreeft. Daarnaast is in het nieuwe coalitieakkoord van het Rijk duidelijk geworden dat een goede bereikbaarheid van de locatie nu als essentieel onderdeel voor eventuele verstedelijking wordt gezien.

Aansprekende resultaten

Er is een opname gemaakt van Conferentie Rijnenburg die door ruim 350 kijkers is gezien. In de impressie ‘De complexiteit van een polder | Conferentie Rijnenburg in vogelvlucht’ delen we op hoofdlijnen een overzicht van de gedeelde toekomstbeelden, dromen, drijfveren en zorgen van de deelnemers.

Bekijk de gehele conferentie hieronder

5

AMELISWEERD - RHIJNAUWEN - VECHTEN

Speerpunt Speerpunt: Speerpunt

Wat gebeurt er?

De landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen en het gebied rond het fort bij Vechten worden samen ARV genoemd. Het is een zeer aantrekkelijk gebied vanwege de bijzondere recreatieve, (cultuur)historische, culturele, ecologische en landschappelijke kwaliteiten, dichtbij de stad Utrecht. De landgoederen trekken jaarlijks ruim een miljoen bezoekers. Sterk beeldbepalend in het gehele ARV-gebied is de Nieuwe Hollandse Waterlinie, die bij het fort bij Vechten de Neder-Germaanse Limes kruist. Beide ‘linies’ zijn in 2021 benoemd tot Unesco Werelderfgoed. De nu al grote recreatiedruk op het ARV-gebied zal naar verwachting alleen maar toenemen, ook als gevolg van de groei van de stad Utrecht, het Utrecht Science Park (USP) en omliggende gemeenten. 

In en rond ARV loopt er een veelheid aan beleidstrajecten, projecten en initiatieven. Als die niet goed op elkaar worden afgestemd, is het risico groot dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het gebied en er kansen worden gemist dan wel knelpunten ontstaan. Daarom stelde de provincie Utrecht een gebiedscoördinator ARV aan: Annet van Biezen. Zij heeft de samenwerking tussen de provincie en de gemeenten Utrecht en Bunnik vormgegeven en gefaciliteerd. Annet: “Als we de samenhang uit het oog verliezen en als de bijzondere waarden van dit gebied niet expliciet op het netvlies blijven, bestaat het gevaar dat het ARV-gebied versnippert en mede aan zijn eigen succes ten onder gaat. Vandaar dat we er gezamenlijk extra aandacht aan willen besteden, zowel ambtelijk als, waar nodig, bestuurlijk.”

Ervaringen met de inzet van de gebiedscoördinator

Een belangrijk onderdeel van de gebiedssamenwerking ARV is de continue afstemming tussen de drie overheden. De gebiedscoördinator ARV fungeert hierbij als provinciaal aanspreekpunt. Ook de gemeenten Utrecht en Bunnik hebben centrale aanspreekpunten voor het gebied Amelisweerd-Rhijnauwen-Vechten aangewezen binnen hun organisatie. 

Portretfoto: Maike van der Maat

Dankzij de gebiedssamenwerking zijn er nu kortere lijntjes ontstaan tussen de drie overheden in het ARV-gebied en weten de collega’s elkaar beter te vinden. Daardoor kunnen initiatiefnemers ook sneller bij de juiste persoon terecht komen.

Maike van der Maat

Maike van der Maat (aanspreekpunt ARV gemeente Bunnik) vertelt: “Bij de landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen is er sprake van een bijzondere situatie: de gemeente Utrecht is eigenaar van het gebied, maar de landgoederen liggen op het grondgebied van de gemeente Bunnik. Als je daar als inwoner of ondernemer een activiteit of evenement wilt organiseren, moet je dus zowel bij Utrecht (als landgoedeigenaar) als bij Bunnik en soms ook bij de provincie (als vergunningverlener) om toestemming vragen. Dankzij de gebiedssamenwerking zijn er nu kortere lijntjes ontstaan tussen de drie overheden in het ARV-gebied en weten de collega’s elkaar beter te vinden. Daardoor kunnen initiatiefnemers ook sneller bij de juiste persoon terecht komen.” 

Annet van Biezen beaamt dit: “We vervullen eigenlijk de rol van ‘oliemannetjes’ tussen de drie overheden, maar ook bínnen onze eigen organisaties. We hebben mensen doorverwezen, vaktechnische collega’s bijgeschakeld, maar ook zelf activiteiten opgepakt die anders tussen wal en schip dreigden te vallen.” Zo kon bijvoorbeeld een vraag van Rijkswaterstaat over de verkoop van bepaalde gronden in het gebied binnen de ARV-samenwerking snel worden opgepakt en verder gebracht. En er werd door de ARV-contactpersonen vanuit Bunnik, Utrecht en de provincie zo nodig snel geschakeld en afgestemd bij de voorbereiding van (nieuwe) activiteiten door Staatsbosbeheer op Fort bij Rijnauwen.

Aansprekende resultaten

Het nauwe contact tussen de drie overheden heeft zijn vruchten afgeworpen bij kleine en grote vraagstukken, variërend van de plaatsing van mobiele toiletten tot de actualisering van de Toekomstvisie voor de landgoederen. En er zijn meer concrete resultaten van de samenwerking zichtbaar in het gebied. Bijvoorbeeld als het gaat om de toegang tot de landgoederen. Maike van der Maat: “We hebben met elkaar goede stappen gezet om de soms chaotische taferelen bij de poort van landhuis Rhijnauwen te verminderen, zoals aanpassing van de bebording en verplaatsing van de fietsenrekken. Ook hebben we mobiliteitsonderzoek gedaan om te bekijken hoe we als overheden nog beter in zouden kunnen spelen op de parkeer-druk(te) op sommige dagen.” 

Annet van Biezen vult aan: “Toen de Druktemonitor door de provincie was gelanceerd, kon deze bijvoorbeeld snel gevuld worden met real time parkeergegevens van de drie parkeerplaatsen van de gemeente Utrecht op de landgoederen. Daarmee ontstond een goed actueel beeld van waar nog ruimte was om te parkeren en waar het (te) druk was.”

Portretfoto: Annet van Biezen

Een pragmatische instelling, waarbij wordt geaccepteerd dat er een opgave ligt waar 'gewoon een oplossing voor moet komen', stelt je in staat om goed samen te werken en onderlinge verschillen te overkomen. Want uiteindelijk is en blijft het natuurlijk gewoon mensenwerk.

Annet van Biezen

Ook over de nieuwe Unesco-status van het gebied hebben de drie overheden veelvuldig afgestemd. Daarnaast namen ze het initiatief om met andere betrokken gebiedspartijen, zoals de fortondernemers en Staatsbosbeheer, te bekijken waar kansen en mogelijkheden liggen. Annet van Biezen: “In dat verband is ook het Castellum Fectio belangrijk, het terrein naast Fort bij Vechten, dat op dit moment in eigendom van de provincie is. Op deze archeologische hotspot zijn de contouren van het Romeinse fort in het veld gevisualiseerd. Samen hebben we gezocht naar manieren om deze plek beter beleefbaar te maken. Want doordat de Romeinse resten ónder de grond liggen, blijft het moeilijk om je voor te stellen hoe het er destijds heeft uitgezien en hoe het eraan toeging. Daarom is er een audiotour ontwikkeld om dit verhaal voor het voetlicht te brengen. Ook is er bij verschillende grotere evenementen in de buurt aandacht besteed aan de Romeinen op het Castellum. Denk bijvoorbeeld aan de Waterliniewandeltocht.”

Tot slot geeft Annet van Biezen nog aan: “In dergelijke samenwerkingen helpt oplossingsgerichtheid. Een pragmatische instelling, waarbij wordt geaccepteerd dat er een opgave ligt waar 'gewoon een oplossing voor moet komen'. Dit stelt je in staat om goed samen te werken en onderlinge verschillen te overkomen. Want uiteindelijk is en blijft het natuurlijk gewoon mensenwerk.”

Speerpunt Speerpunt

Wat gebeurt er?

In de wijk Veemarkt loopt een bewonersinitiatief dat tegelijkertijd aangeklopt heeft bij de gemeente Utrecht en bij de gebiedscoördinatoren van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) van de provincie Utrecht. 

Veemarkt Samen heeft de ambitie om, samen met de gemeente Utrecht, van de wijk Veemarkt de meest groene, duurzame en sociale wijk van Nederland te maken. Enerzijds richten ze zich op het leveren van duurzame energie via wind en zon, anderzijds willen ze graag de recreatieve verbindingen tussen de wijk en het landschap verbeteren en de recreatieve gebruiksmogelijkheden van de polder vergroten. Deze landschappelijke impuls, die gedeeltelijk in het gebied van de NHW valt, kan volgens de bewoners samengaan met het leveren van duurzame energie. 

In juni 2021 is er een Provinciaal Initiatieven Platform (PRIP) georganiseerd voor dit initiatief, samen met de gemeente Utrecht. Tijdens een PRIP komen alle inhoudelijke afwegingen van een vraagstuk op tafel en wordt er een haalbare conclusie getrokken. De informatie uit deze oriënterende PRIP is gedeeld met diverse afdelingen binnen zowel de gemeente als de provincie, waarbij intensieve afstemming werd afgesproken, met aangewezen aanspreekpunten van beide organisaties. 

Veemarkt Samen heeft vervolgens eind 2021 een subsidieaanvraag ingediend bij het programma Energietransitie van de provincie Utrecht. 

De geschetste ideeën voor duurzame opwekking van energie in deze polder liggen op gronden van de gemeente Utrecht en een agrariër. Het NOW ondersteunde de gebiedscoördinator van de NHW in het rolvast en integraal aanvliegen van de opgave en bij de samenwerking met de gemeente. Medio 2021 is de inzet van het NOW voor dit initiatief afgerond. 

Het initiatief zelf loopt door. Een van de stappen die in 2022 gezet zal worden, is nader ontwerpend onderzoek naar de manier waarop de energietransitie en de Nieuwe Hollandse Waterlinie elkaar beperken en hoe ze elkaar kunnen versterken.

Ervaringen met de inzet voor het maatschappelijke initiatief

Piet-Hein Speel is één van de initiatiefnemers van Veemarkt Samen. Hij heeft namens de initiatiefnemers contact met de gemeente en de provincie. Het voorstel is gemeentegrens overstijgend en raakt aan grote provinciale opgaven, zoals de energietransitie en het Unesco Werelderfgoed van de Hollandse Waterlinies. Binnen die samenwerking ziet hij twee enorme waardevolle bijdragen van de provincie: de subsidieregeling energietransitie en de samenwerking met de projectleiders van de NHW.

Startsubsidie
Piet-Hein: “De subsidieregeling en de hele afdeling energietransitie van de provincie Utrecht doen ongelooflijk goed werk omdat zij echt met buurtinitiatieven meedenken. De startsubsidie die we kregen voor onze energiecoöperatie ‘Veemarkt Samen’ ontvingen we rechtstreeks van de provincie. Dat geld ging dus niet naar de gemeente, maar direct naar ons als bewonersinitiatief om mee aan de slag te gaan. Dat werkte voor ons enorm goed.”

Integraal denken
Piet-Hein Speel kijkt ook met veel plezier terug op de relatie die Veemarkt Samen heeft opgebouwd met de twee projectleiders van de NHW. Piet-Hein: “Wat nog wel eens gebeurde is dat een initiatief binnen het gebied van de Nieuwe Hollandse Waterlinie werd beantwoord met: ‘Nee, dit kan niet’. En daarmee eindigt een initiatief. Het mooie van deze projectleiders is dat zij integraal denken. Ze weten hoe belangrijk de historie is maar ze hebben ook oog voor de ontwikkelingen in het gebied en de toekomst. Ze doen hun uiterste best om dat te integreren en in elkaar te verweven.”

Portretfoto: Piet-Hein Speel

Als je de tijd wilt nemen om de relatie op te bouwen en de vragen te stellen én te luisteren en handelen naar het antwoord, dan kom je samen veel verder.

Piet-Hein Speel

Relatie opbouwen
“Natuurlijk kun je altijd gewoon een subsidieaanvraag indienen: bij het loket van de provincie afgeven en dan het antwoord afwachten,” vervolgt Piet-Hein. “Maar als je mensen van de provincie persoonlijk benadert en met hen in gesprek gaat, dan krijg je heel veel achtergronden te horen en ook wat wel en niet kan. Ze denken mee over bepaalde ideeën, adviseren je vroegtijdig om dat toch maar niet te doen of een andere weg te kiezen die misschien wel beter is. Als je daarvoor openstaat, als je de tijd wilt nemen om de relatie op te bouwen en de vragen te stellen én te luisteren en handelen naar het antwoord, dan kom je samen veel verder.”

Verhaal delen
Tot slot stelt Piet-Hein: “Het allerbelangrijkste dat wij nu nodig hebben, is de ruimte en ondersteuning om soms broze initiatieven van bewoners tot wasdom te krijgen. Vooral op het gebied van communicatie en het delen van ons verhaal. Weerstand tegen veranderingen krijgt veel voedingsbodem en wordt heel makkelijk groot gemaakt. Daar is de media een ster in. Denk aan de weerstand tegen windmolens, maar ook de gehele verduurzaming waar wij mee bezig zijn.”

“Een heel klein groepje mensen kan een ongelooflijke vertraging veroorzaken. Je weet dat slecht nieuws tien keer sneller gaat dan goed nieuws. Dat betekent dat wij eigenlijk tien keer zoveel goed nieuws moeten delen om de grote middengroep mee te krijgen. We zijn tenslotte een democratisch land. De middengroep bepaalt wie er regeert. Als de tegenstand te groot is, dan beïnvloedt die de middengroep, die dan weer de politiek zodanig beïnvloedt dat er enorme vertraging ontstaat. Dat positieve nieuws, op welke manier dan ook in boodschappen en in communicatiemiddelen, krijgt nog veel te weinig aandacht. Dat maakt dat ons initiatief heel moeizaam gaat op dit moment.”

6


Veemarkt Samen

Aansprekende resultaten

Inmiddels heeft het bewonersinitiatief, met hulp van gemeente en provincie, een energiecoöperatie opgericht. Er is veel informatie uitgewisseld over wat er wel en niet kan in het gebied en hoe nieuwe initiatieven het beste kunnen worden ontworpen. De provincie heeft hier op twee manieren aan bijgedragen: door mee te denken in het (ontwerp)proces en door een PRIP te organiseren in aanwezigheid van zowel de initiatiefnemers als de gemeente. Tijdens die bijeenkomst kwamen alle relevante provinciale opgaven tegelijkertijd aan de orde. Zo is van alle beleidsterreinen, die op dat stukje grond spelen, in kaart gebracht wat de kansen en randvoorwaarden zijn. De provincie zet zich samen met de gemeente in om dit initiatief verder te helpen, onder meer via een verkenning van de ruimtelijke mogelijkheden voor deze polder.

Meer weten of zien van Veemarkt Samen?
Bekijk de onderstaande (animatie)video's voor meer informatie

Projecten rondom Amersfoort

7

Gebiedssamenwerking Oostflank Utrechtse Heuvelrug 

Speerpunt Speerpunt

Wat gebeurt er?

Het ministerie van Defensie heeft met de gemeenten Soest, Amersfoort en Leusden een intentieverklaring gesloten voor de ontwikkeling van het gebied rondom het defensieterrein in Soesterberg. Een zogeheten Green en Social deal. In deze verklaring staan vier thema's centraal: duurzaamheid, opleiding, werkgelegenheid en cultuurhistorie. Defensie en de gemeenten maken nu samen een uitvoeringsagenda.

Tegelijkertijd hebben onder andere de provincie en Waterschap Vallei en Veluwe in het kader van de 'Blauwe Agenda' ambities in datzelfde gebied en is het waterschap samen met gemeente Soest gestart met een gebiedsatelier Natuurlijk Soesterberg. Al snel bleek dat er veel raakvlakken zijn tussen deze trajecten en dat er vele grote regionale opgaven spelen in het gebied. Verschillende partijen uit het gebied benaderden om die reden ook de provincie. 

Er lijkt een momentum te ontstaan om, in lijn met de Omgevingswet, in dit gebied met elkaar als één overheid te acteren en daarin ook gezamenlijk met de omgeving te werken aan een duurzame toekomst voor dit gebied. De provinciaal accounthouder gemeentelijke ruimtelijke ontwikkelingen voor de gemeente Amersfoort pakte dit signaal op en bracht het de provinciale organisatie in. 

De provincie heeft vervolgens vanuit het Netwerk Omgevingsgericht Werken, samen met de gemeenten Amersfoort, Soest, Waterschap Vallei en Veluwe en Defensie, opdracht gegeven aan bureau Over Morgen om de samenwerkingsmogelijkheden voor dit gebied te verkennen. De gemeenten Leusden en Zeist zijn hier ook op aangesloten, evenals waterbedrijf Vitens. 

Doel van deze gezamenlijke opdracht is om te verkennen welke redenen er zijn om voor een gezamenlijke, gebiedsgerichte aanpak te kiezen. En om daarna, met bestuurlijk draagvlak, tot een passende gebiedsagenda te komen. De opdracht betreft ook een advies aan de betrokken partijen over de meest geschikte samenwerkingsvormen.

De ervaringen

Chris van de Hoef is gebiedsateliermeester bij Waterschap Vallei en Veluwe. Hij had een trekkende rol bij het opzetten van een gebiedsatelier in maart en april 2021, dat het waterschap samen met gemeente Soest organiseerde. “Als je het gaat hebben over dit gebied, dan moet je onderzoeken wat er allemaal speelt en welke partijen daar ambities hebben," vertelt hij. "Dat bleken er veel te zijn. Provincie, gemeente Amersfoort, Defensie, het Rijksvastgoedbedrijf, gemeente Leusden, gemeente Zeist; er zijn heel veel verschillende organisaties die iets willen met dat gebied en die visies hebben op de ontwikkeling van het gebied. In ons gebiedsatelier hebben wij al die visies en ambities ‘op elkaar gelegd’ en naar elkaars belangen geluisterd. Waarom wordt er in dat gebied gewerkt aan cultuurhistorie? Of wat betekent een sloot die door een bepaald gebied loopt voor de woningbouw, voor biodiversiteit en voor recreatie?”

Portretfoto: Chris van de Hoef

Samen boven de kaart krijg je al snel het besef dat je ook echt meerwaarde kunt creëren. Je kunt elkaars ideeën en daarmee uiteindelijk het gebied verrijken.

Chris van de Hoef 

Chris geeft aan dat je veel integrale, gebiedsgerichte opgaven simpelweg niet alleen kunt oplossen: “Bij vraagstukken rond klimaatverandering, zoals bijvoorbeeld verdroging, hebben we de provincie en gemeenten, maar ook terreineigenaren zoals Defensie, particulieren en natuurbeheerders keihard nodig. Samen boven de kaart krijg je al snel het besef dat je ook echt meerwaarde kunt creëren. De welbekende één plus één is drie. Je kunt elkaars ideeën en daarmee uiteindelijk het gebied verrijken. Dat besef wordt groter en groter.”

Desondanks erkent Chris ook dat we gewend zijn om in sectoren te werken en denken. “Als je vanuit je eigen sector tegen een probleem aanloopt in een gebied, dan zoek je voor dat probleem een oplossing. Je voert de oplossing uit en jouw probleem is opgelost. Maar het is de vraag of het gebied er dan ook echt beter van is geworden. Zou je dan, als je toch bezig bent in een gebied, niet nog heel veel meer kunnen doen?”

Portretfoto: Diederik Theunissen

Ik vind het een mooie ontwikkeling dat we nu met elkaar in beeld brengen waar en hoe onze belangen elkaar raken.

Diederik Theunissen

Diederik Theunissen, accounthouder voor onder andere de gemeente Amersfoort voor gemeentelijke ruimtelijke ontwikkelingen bij de provincie Utrecht, onderschrijft dat. “Onze agenda's raken elkaar heel erg, omdat je over hetzelfde gebied praat. Natuurlijk heeft iedereen daar zijn eigen ambities, rollen en verantwoordelijkheden in. Maar dat wat de ene partij besluit, kan wel invloed hebben op wat de andere partij voor mogelijkheden heeft. Ik vind het daarom een mooie ontwikkeling dat we nu met elkaar in beeld brengen waar en hoe onze belangen elkaar raken.”

Aansprekende resultaten

Diederik besluit: "Als samenwerkende partijen zien we al die verschillende processen en agenda’s. Dat roept vragen op. Hoe verhoudt dat zich allemaal tot elkaar? Wat is de urgentie? Waar zit de relatie? Op welk schaalniveau? Wij hebben er een grote stimulerende rol in gehad dat alle betrokken partijen het nut inzien van een gezamenlijke verkenning. Bovendien hebben we voor de ontwikkeling van het defensieterrein Soesterberg een netwerk gecreëerd van vaste aanspreekpunten van zowel de gemeenten als het waterschap. Met als intentie om hiermee tot een gedeelde integrale gebiedsaanpak te komen.”

8


LANGS EEM EN SPOOR

Speerpunt Speerpunt

Wat gebeurt er?

Steeds meer mensen willen wonen, werken en leven in Amersfoort. Daarom ontwikkelt de gemeente tot 2030 ‘Langs Eem en Spoor’. Vijf gebieden met een rijk verleden rondom de binnenstad veranderen samen in een duurzaam divers geheel. Een stadsgebied met volop ruimte voor nieuwe woningen, winkels, werkruimtes en cultuur. Een plek die mensen uitnodigt om erdoorheen te slenteren, elkaar te ontmoeten en te ontspannen op de pleinen, in het groen of langs het water. Met het Soesterkwartier als historisch hart en De Nieuwe Poort, dichtbij station Amersfoort Centraal, als centrale as voor mobiliteit en bereikbaarheid.

Met de herontwikkeling van deze veelal oude werkgebieden langs rivier de Eem en het spoor wil de gemeente Amersfoort de komende tien jaar een uniek stedelijk gebied toevoegen. Een plek waar aandacht is voor wonen, werken, recreëren, openbare ruimte en duurzaamheid.

Zes thema’s spelen in deze integrale opgave een belangrijke rol:

  • hoogstedelijke identiteit met een eigen karakter;
  • passende woon- en werkmilieus in verbinding met de omliggende wijken;
  • groene en leefbare openbare ruimte;
  • mobiliteit (bereikbaarheid en parkeren);
  • duurzaamheid;
  • verbinden Soesterkwartier.

De uitdaging is om deze thema's, die ook allemaal beslag leggen op de beschikbare ruimte, te combineren. Dat vraagt om samenwerking tussen verschillende disciplines, het samenvoegen van verschillende budgetten en efficiënt en innovatief ruimtegebruik. Zo stimuleert de aanleg van goed ingepast en divers groen in de openbare ruimte bewoners niet alleen om meer te bewegen, maar vermindert het ook het hittestress-effect en helpt het om wateroverlast te beperken.

De provincie Utrecht is voor de gemeente Amersfoort sparringpartner en facilitator in deze gebiedsontwikkeling, met de inzet van kennis, kunde en financiën. Nicoline Hanny heeft hier vanuit Versnelling Woningbouw een coördinerende rol in. Zo heeft de provincie 2 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het verplaatsen van de ROVA (milieubrengstation en het regionaal overslagcentrum) naar een andere locatie. Dit geeft een impuls aan de herontwikkeling van Langs Eem en Spoor. Ook is er inzet om vanuit de provincie tijdig de juiste provinciale expertise aan te haken op de herontwikkelingsopgave en wordt er intensief samengewerkt in voorstellen aan het Rijk.

Ervaringen 

Nicoline Hanny is bij de provincie Utrecht regiocoördinator voor het programma Versnelling Woningbouw. “Als regiocoördinator ben ik er voor de partijen die in mijn regio aan de woonopgave werken," vertelt ze. "Ik ga daar met open vizier mee in gesprek en ik ben bereid om ergens aan te werken zonder dat ik vooraf precies weet wat eruit gaat komen. Ik ben veel op pad, neem initiatief en schakel constant tussen strategisch, tactisch en operationeel niveau. Bovenal ga ik ook ‘gewoon’ aan de slag, samen met gemeenten, corporaties, Rijk en andere partners. Achteroverleunen om een goed plan te bedenken (‘waarom doen we dit?’) is essentieel. Dagenlang een Poolse landdag over alle mitsen en maren is wat mij betreft vaak niet nodig”.

Gerry Zwier is programmamanager bij de gemeente Amersfoort. Zij ervaart het samenwerken met de regiocoördinator bij de provincie als heel prettig. “We werken op een laagdrempelige en fijne manier met elkaar samen,” aldus Gerry. “Alles binnen de provincie wordt vindbaarder. Samen kijken we hoe we van één plus één drie kunnen maken. Met de enorme druk op de woningmarkt is het goed om te weten dat je als één overheid kan werken aan deze opgave. We vinden elkaar in kordaat handelen, strategisch vooruitkijken en tot aantoonbaar resultaat komen.”

Portretfoto: Gerry Zwier

Met de enorme druk op de woningmarkt is het goed te weten dat je als één overheid kan werken aan deze opgave. 

Gerry Zwier

Gemeente en provincie hebben hier duidelijk dezelfde ambities en doelen, constateert Gerry. “Samen bereik je meer, ook regionaal. Onze samenwerking verhoogt de slagkracht om onze gedeelde doelen te verwezenlijken.”

Nicoline Hanny ziet de samenwerking met gemeente Amersfoort voor het programma Langs Eem en Spoor als een echt voorbeeld van opgavegericht werken: “Als je het hebt over een integrale gebiedsontwikkeling in binnenstedelijk gebied met alle (financiële en inhoudelijke) complexiteit die daarbij hoort, dan heb je hier echt een ultiem voorbeeld. Dat gaat zeker niet vanzelf, óók niet binnen onze organisatie. Er zijn heel veel verschillende provinciale invalshoeken die aan dit programma raken. En dat maakt het meteen spannend. Want vanuit het programma Versnelling Woningbouw ben ik niet de integrale gebiedscoördinator met mandaat vanuit de provincie die een programma als dit goed kan gebruiken.”

Portretfoto: Nicoline Hanny

Als je het hebt over een integrale gebiedsontwikkeling in binnenstedelijk gebied met alle (financiële en inhoudelijke) complexiteit die daarbij hoort, dan heb je hier echt een ultiem voorbeeld.

Nicoline Hanny

Aansprekende resultaten

Op 28 oktober 2021 ondertekenden de gemeente Amersfoort en de provincie Utrecht een samenwerkingsovereenkomst voor het gebied Langs Eem en Spoor. Hierin staan ambities over bijvoorbeeld de woningbouwopgave, gezond stedelijk wonen, duurzaamheid, inclusiviteit, groenontwikkeling en mobiliteit. 

In maart 2022 (opgenomen in de Nationale Woon- en Bouwagenda) werd bekend dat Amersfoort is toegevoegd als vijftiende grootschalige woningbouwgebied, waar intensieve betrokkenheid van het Rijk nodig is. De afbakening van de grootschalige woningbouwlocatie Amersfoort is nog onderwerp van gesprek tussen Rijk en regio. Insteek is dat het gaat om de Spoorzone Amersfoort, waar Langs Eem en Spoor onderdeel van uitmaakt. 

Projecten Provincie overig

9


Pilots vakantieparken

Wat gebeurt er?

In 2020 heeft provincie Utrecht een vitaliteitsscan laten uitvoeren onder campings, bungalowparken en jachthavens. Uit deze scan blijkt de urgentie om de vitaliteit van de sector zodanig te versterken dat deze voldoende aansluit op de vraag van de bezoeker (kwalitatief en kwantitatief). De provincie Utrecht heeft daarop het initiatief genomen om voor acht vakantieparken in de provincie een verkenning van pilots te starten. Gemeenten konden zich hiervoor aanmelden, wat acht deelnemende vakantieparken opleverde. De parken die meedoen aan de verkenning staan allemaal voor een opgave waarvoor de oplossing nu (nog) niet past binnen beleid of regelgeving, of waarvoor nog geen werkwijze of instrument is ontwikkeld. 

De provincie doet de verkenning samen met de eigenaren van de vakantieparken en de betrokken gemeenten De Ronde Venen, Utrechtse Heuvelrug, Stichtse Vecht, Soest en Bunnik. Het doel is om de mogelijkheden in het provinciale beleid en de regelgeving te verkennen om vakantieparken in de provincie Utrecht toekomstbestendig te maken. Dit kan onder andere door parken te (re)vitaliseren, te transformeren of te laten excelleren. 

Ervaring opdoen met integraal denken
De verkenning door middel van deze pilots is een belangrijk proces voor de provincie en gemeenten om ervaring op te doen met integraal denken en werken aan vitale vakantieparken. Daarmee sorteert deze verkenning voor op de werkwijze onder de Omgevingswet. De insteek is een integrale aanpak vanuit veiligheid, het sociale domein, economie, wonen, duurzaamheid en natuur. Er vindt afstemming plaats met de landelijke actie-agenda vakantieparken, waarbinnen het Rijk samenwerkt met alle relevante partijen op de diverse domeinen. 

Marieke Kuijer is projectleider aanpak vakantieparken bij de provincie Utrecht. Samen met haar provinciecollega Benedikte Lampe trekt zij deze verkenning in opdracht van de teamleider Cultuur Erfgoed & Recreatie. ”In plaats van meteen tegen parkeigenaren te zeggen ‘dit kan niet’, kijken we in deze pilots meer naar hoe wij hun wens wel kunnen realiseren,” vertelt ze. “Dit doen we met een vast kernteam van provinciecollega’s vanuit de beleidsvelden Ruimtelijke Ordening en Veiligheid, Recreatie en Toerisme en het Netwerk Omgevingsgericht Werken (NOW). Afhankelijk van het onderwerp worden ook collega’s van andere beleidsvelden gevraagd om deel te nemen aan het kernteam.”

Portretfoto: Marieke Kuijer

In plaats van meteen tegen parkeigenaren te zeggen ‘dit kan niet’, kijken we in deze pilots meer naar hoe wij hun wens wel kunnen realiseren

Marieke Kuijer

Het NOW ondersteunt de beide beleidsmedewerkers bij hun zoektocht naar de kansen en mogelijkheden om het maatschappelijk initiatief op die manier centraal te zetten. Daarbij heeft het netwerk aandacht voor de omgeving en de integrale afwegingen van de opgaven (bijvoorbeeld wonen, natuur, veiligheid en duurzaamheid) die in het gebied én in het vakantiepark samenkomen. 

Met initiatiefnemers om tafel
In de verkenning wordt voor ieder park een toekomstperspectief opgesteld door verschillende scenario’s uit te werken. De betrokken partijen onderzoeken hierbij gezamenlijk tijdens werksessies (pilottafels) welke werkwijzen en instrumenten hiervoor ingezet kunnen worden. Benedikte Lampe vindt het belangrijk om met de initiatiefnemers om de tafel te zitten. “Dat zijn ondernemers die vaak hun ziel en zaligheid in zo’n park stoppen en die moeten daar ook een boterham aan verdienen. Zij weten het beste wat er speelt en waar de knelpunten zitten. Zonder dat soort gepassioneerde mensen kom je nergens. Dan kun je regels maken wat je wilt, maar gebeurt er niks”.

Ervaringen met de inzet van pilottafels

In de periode november-december 2021 vond voor elk van de acht vakantieparken een eerste werksessie plaats. Tijdens deze sessies spraken vertegenwoordigers van het vakantiepark (initiatiefnemers/parkeigenaren, bewoners en recreanten) met de betrokken ambtenaren van lokale en provinciale overheden. De relevante bestuurlijke afstemming over de pilots vindt gedurende het project plaats in een stuurgroep die bestaat uit de vijf wethouders van de betrokken gemeenten en de gedeputeerde Recreatie en Toerisme. Deze afstemming wordt voorbereid door een ambtelijke werkgroep, waaraan ook brancheorganisatie HISWA-RECRON deelneemt.

Vertrouwen en openheid
De eerste ronde werksessies had onder meer tot doel om kennis te maken met de betrokken partijen. Benedikte Lampe geeft aan dat beginnen met vertrouwen en openheid hierbij belangrijk is: “Samenwerken loopt vaak vast op vooroordelen en standpunten. Als je dan teruggaat naar de belangen, de wensen en de waarde die mensen willen toevoegen, dan ontdek je vaak dat er meer overlap is dan je in eerste instantie denkt”. 

Maar ook richtten de eerste werksessies zich op het verzamelen van alle relevante informatie voor de verkenning, om zo een gedeeld beeld te krijgen van wat de opgaven en onderzoeksvragen per park zijn. Partijen hebben samen op papier gezet wat er per thema (recreatie, sociaal, wonen, natuur, veiligheid, duurzaamheid) speelt en wat er wellicht mogelijk is in de toekomst. Ook zijn de leervragen per park in kaart gebracht met als doel om scherp te krijgen wat er in de toekomst van iedere partij (eigenaar, initiatiefnemer, gemeente, provincie) nodig is om het vakantiepark verder te (re)vitaliseren, te transformeren of te laten excelleren.


Portretfoto: Benedikte Lampe

Samenwerken loopt vaak vast op vooroordelen en standpunten. Als je dan teruggaat naar de belangen, de wensen en de waarde die mensen willen toevoegen, dan ontdek je vaak dat er meer overlap is dan dat je in eerste instantie denkt

Benedikte Lampe

Tegenstrijdige belangen
Het werd al snel duidelijk dat tegenstrijdige belangen een punt van aandacht zijn tijdens de pilottafels. “Sommige gemeenten hadden eigenlijk al besloten dat ze een park wilden laten transformeren naar wonen,” licht Marieke Kuijer toe. “En dat terwijl andere partijen het park het liefst zo snel mogelijk wilden saneren en transformeren voor eigen doelstellingen. Die tegenstellingen zijn het gevolg van de grote druk op de ruimte door de energie-, woon- en natuuropgave.“

Leren door te doen
Het speerpunt ‘leren door te doen’ vormt een belangrijke rode draad door het pilottraject heen. Het NOW denkt actief mee en levert input over hoe je oog kunt houden voor het gezamenlijk leren tijdens het project. Dit doet het NOW bijvoorbeeld door het werken met scenario’s in te brengen, te adviseren over processturing en door samen te werken als integraal team. Daarnaast levert het NOW inzet bij de voorbereiding en deelname aan verschillende werksessies.     

Wat heeft het tot nu toe opgeleverd?

De verkenning van de pilots startte in het najaar van 2021. De eerste ronde pilottafels resulteerde in een verkenningendocument: een eerste beeld van de opgaven, onderzoeksvragen en leervragen per vakantiepark. De pilottafels worden voortgezet en afgerond in de eerste helft van 2022. 

Het kernteam Vitale Vakantieparken staat aan het roer van de integrale benadering tijdens dit pilottraject. In het kernteam is ambtelijke expertise over recreatie, communicatie, ruimtelijke ordening, ondermijning en omgevingsgericht werken verenigd.  

Door de coronabeperkingen vonden de eerste pilottafels digitaal plaats. Dat leverde veel nuttige ervaringen op over het digitaal (samen)werken met externe partijen en de instrumenten die daarvoor beschikbaar zijn, zoals Mural en Miro.

10


VINKEVEENSE PLASSEN

Wat gebeurt er?

De Vinkeveense Plassen vormen een bijzonder gebied in de provincie Utrecht. Het plassengebied is in zijn geheel onderdeel van het Natuur Netwerk Nederland (NNN) en is aangemerkt als bovenlokaal dagrecreatieterrein. De plassen met legakkers hebben bovendien een hoge cultuurhistorische en landschappelijke waarde. De Vinkeveense Plassen zijn als waterlichaam ook onderdeel van de Kaderrichtlijn Water opgaven.

In het legakkergebied rondom de Vinkeveense Plassen bevinden zich ongeveer 1.850 bebouwingen. Denk aan vakantiehuisjes, schuurtjes en boxen. Deze bebouwingen zijn in strijd met het geldende verstedelijkingsverbod in het gebied. Door een combinatie van capaciteitsgebrek, de complexiteit van de opgave, de bijkomende kosten en deels door onuitvoerbare handhavingsregels, is gemeente De Ronde Venen niet in staat om hier goed op te handhaven. En dat verhindert de gemeente om tot een sluitend nieuw bestemmingsplan te komen. 

Al in 2011 meldde het toenmalige Recreatieschap Vinkeveense Plassen (nu Recreatieschap Stichtse Groenlanden), als beheerder van de Vinkeveense Plassen, aan de provincie Utrecht dat de kwaliteit van de legakkers achteruitgaat. En sinds 2015 werkt de gemeente aan een nieuw bestemmingsplan. Daarbij staat de gemeente voor een complexe keuze: legaliseren van de illegale objecten vraagt om meer natuurcompensatie vanwege ligging in het Natuur Netwerk Nederland. Minder legaliseren vereist meer handhaving, inclusief de daarmee gemoeide torenhoge kosten. 

Het lukt de gemeente in deze complexe tweestrijd niet om tot een duurzaam en uitvoerbaar bestemmingsplan te komen. Daarom heeft De Ronde Venen de hulp ingeroepen van de provincie.

Portretfoto: Robert van Duinkerken

Het is een verstandige keuze geweest van gemeente De Ronde Venen om dit proces niet als een regulier bestemmingsplan in te richten, maar om de samenwerking op te zoeken. 

Robert van Duinkerken

Maar wat is voor de provincie de aanleiding om hier intensief aan bij te dragen? Robert van Duinkerken, accounthouder voor gemeente De Ronde Venen bij de provincie Utrecht, is er duidelijk over: “Er moet een plan komen, en een oplossing voor de problemen. Het is een verstandige keuze geweest van gemeente De Ronde Venen om dit proces niet als een regulier bestemmingsplan in te richten, maar om de samenwerking op te zoeken. Gezamenlijke uitgangspunten zijn in zo’n proces wel een vereiste. Vastgestelde uitgangspunten waarin ruimte is voor provinciale én gemeentelijke belangen. Daar wil je consensus over en daarna kun je gaan bouwen.”

Ervaringen

Als het duidelijk is dat de gemeente het zelf niet redt, of er zelf niet uitkomt, dan is het niet ongebruikelijk dat de provincie de helpende hand biedt. Dat bevestigt ook Neeltje Westra, beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening bij de provincie Utrecht en aanspreekpunt voor gemeente De Ronde Venen voor het dossier Vinkeveense Plassen. “Je bent natuurlijk met zijn allen één overheid. De gemeente blijft uiteraard verantwoordelijk voor het bestemmingsplan maar als provincie kunnen we wel inhoudelijk meekijken. Als wij kennis in huis hebben die een gemeente verder kan helpen, dan zorgen we ervoor dat we snel met de juiste mensen om tafel zitten. En zo komt onze kennis en ervaring terecht bij de gemeente.”

Portretfoto: Neeltje Westra

Je bent natuurlijk met zijn allen één overheid

Neeltje Westra

Henrike Geurkink werkt bij gemeente De Ronde Venen en ondersteunde de bestuurlijke afstemming tussen gemeente en provincie in de afgelopen periode. Zij geeft aan dat haar gemeente de denkkracht van de provincie nodig heeft: “De opgave van de Vinkeveense Plassen is enorm ingewikkeld. Wij moeten samen op zoek naar een raakvlak tussen de natuurmaatregelen en hoe je dat juridisch houdbaar maakt. Ik zou heel blij zijn als het ons lukt om samen een oplossing te vinden die politiek en juridisch houdbaar is en die uitvoerbaar is. En het wordt nog mooier als wij die oplossing dan ook samen naar de omgeving kunnen uitdragen. Want als het lukt, is het wel echt een gezamenlijke prestatie.”

Portretfoto: Henrike Geurkink

Ik zou heel blij zijn als het ons lukt om samen een oplossing te vinden die politiek en juridisch houdbaar is en die uitvoerbaar is. 

Henrike Geurkink

Aansprekende resultaten

In 2021 zijn de gemeente en de provincie intensiever met elkaar gaan samenwerken op het dossier Vinkeveense Plassen. Gemeente en provincie hebben gezamenlijk bestuurlijke uitgangspunten vastgesteld op basis waarvan het bestemmingsplan nu verder uitgewerkt wordt. 

De provincie ondersteunt de gemeente bij het verder uitwerken, onderzoeken en onderbouwen van het bestemmingsplan. Ook neemt zij het voortouw als het gaat om de aansluiting op de Provinciale Omgevingsverordening. We bekijken actief de mogelijkheden en onmogelijkheden van alternatieve oplossingen die (beter) passen binnen de provinciale omgevingsverordening en in het bijzonder in de meerwaardebenadering. Ook trekken we samen met de gemeente op in de afstemming met de omgeving, het recreatieschap en het waterschap. De gemeente is en blijft daarbij in de lead.

11

VLIEGWIEL VAN GEMEENSCHAPSKRACHT

Wat gebeurt er?

Begin 2018 is het project Vliegwiel van gemeenschapskracht gestart, geïnitieerd door het eind 2019 geëindigde provinciale Innovatieprogramma Fysieke Leefomgeving (IFL). Het Vliegwielproject liep door na beëindiging van het IFL en het Netwerk Omgevingsgericht Werken heeft het project begin 2021 afgerond.

Bij vaststelling van het IFL in 2016 hebben Provinciale Staten aandacht gevraagd voor het versterken van de kleine kernen in de provincie Utrecht. De gebruikelijke problematiek van krimp en slechte bereikbaarheid komen in onze provincie niet voor. Daarom heeft het IFL in 2017, in samenwerking met Agenda Vitaal Platteland (AVP), onderzoek gedaan naar de specifieke problemen van kleine kernen in de provincie Utrecht. Uit dat onderzoek bleek dat de opgaven en problemen in de kleine kernen in de provincie Utrecht zeer divers van aard zijn.
Van een gebrek aan sociale cohesie tot welvaartsongelijkheid, van identiteitsvraagstukken tot de beschikbaarheid van betaalbare woningen voor jongeren en het ontbreken van voorzieningen. De onderzoekers gaven aan dat de diversiteit
van de problematiek vooral om integraal maatwerk vraagt en raadden aan om de bestaande maatschappelijke initiatieven in deze kleine kernen te versterken. Daaropvolgend is in 2018 het Vliegwiel van gemeenschapskracht opgezet, gericht op het versterken van maatschappelijke initiatieven die bijdragen aan lokale en regionale opgaven.

Het project werd begeleid door Stichting Omzien naar Elkaar.
De deelnemende maatschappelijke initiatieven waren:

  • een maatschappelijk initiatief gericht op korte voedselketens en lokale voedselproductie en consumptie op het eiland van Schalkwijk;
  • een maatschappelijk initiatief dat een intergenerationele woonwijk wil ontwikkelen in Achterveld (Leusden);
  • een initiatief dat onder andere boeren ondersteunt bij de realisatie van zonnepanelen op daken van schuren (Lopik en omgeving);
  • een maatschappelijk initiatief dat over een brede linie actief is: van wonen tot zorg en van voedsel en bereikbaarheid tot de energietransitie (Bunnik).

Samenvatting van het eindadvies

Jitske Tiemersma was vanuit de Stichting Omzien naar Elkaar tot begin 2021 één van de drijvende krachten achter het project Vliegwiel van gemeenschapskracht. “De maatschappelijke opgaven waarmee we worden geconfronteerd zijn heel uitdagend,” vertelt zij. “Die kunnen de overheid of het bedrijfsleven niet alleen oplossen. Als inwoners hebben we er allemaal een rol in en ik zie steeds vaker dat die rol ook wordt gepakt. Dat leidt tot meer lokaal eigenaarschap, zeggenschap en ondernemerschap. Als ergens innovatie kan ontstaan, is het wel door bewonersinitiatieven!"

Portretfoto: Jitske Tiemersma

De inzet van bewonersinitiatieven is ook een vorm maatschappelijke democratie. Ze zorgen voor een gezondere en gelijkwaardigere verhouding tussen burgers, overheid en bedrijfsleven.

Jitske Tiemersma

Jitske vervolgt: "De inzet van bewonersinitiatieven is ook een vorm van maatschappelijke democratie. Ze zorgen voor een gezondere en gelijkwaardigere verhouding tussen burgers, overheid en bedrijfsleven. Een samenleving waarin iedereen meedoet en de menselijke maat en zorg voor elkaar weer gewoon worden. Daarom is het de hoogste tijd dat bewonersinitiatieven de ruimte krijgen om volledig tot wasdom te komen. En daar ben ik na deze expeditie een stuk geruster op geworden. Ook al staan we nog aan het begin van deze ontwikkeling.”

Het eindadvies van het Vliegwielproject bevat kort samengevat vier bouwstenen voor een mogelijk vervolg:

1

Bouw één fysiek (digitaal) loket voor maatschappelijke initiatieven. Dit is ook opgenomen in het provinciale concept-werkprogramma Participatie.

Begin nú met het benodigde backofficeproces dat dit loket functioneel maakt, waarbij het proces met de bestaande afdelingen en uitvoeringsprogramma’s ingericht wordt én er gekeken wordt hoe ‘concentreren en combineren’ van maatschappelijke opgaven bevorderd kan worden.  

Ontschot waar nodig sectorale beleidsvelden, uitvoeringsprogramma’s en budgetten ten behoeve van een effectievere inzet van middelen in maatschappelijke initiatieven die bijdragen aan provinciale doelstellingen.

Bouw dit loket en het bijbehorende backofficeproces geleidelijk uit tot één logisch regionaal loket of platform voor maatschappelijke initiatieven die lokale en regionale opgaven ondersteunen. En doe dit samen met de relevante partners (26 gemeenten, overige overheden en al bestaande organisaties die maatschappelijk initiatief ondersteunen).

2

3

4

Na het vertrek van Jitske Tiemersma, nam Evert Jan van Hasselt het roer vanuit Stichting Omzien naar Elkaar over. Hij ziet omgevingsgericht werken als een zoektocht naar de verbinding met de samenleving. Evert Jan: “Dat is anders dan het meer traditionele denken, dat gaat over ‘hoe regisseren wij de samenleving?’ Daarbij ben je primair gericht op controle, op ‘grip houden op’. Grip houden werkt juist belemmerend. Als je ruimte geeft om dingen te laten ontstaan en je daar als provincie naar gaat verhouden, dan kom je met elkaar veel verder.”

Portretfoto: Evert Jan van Hasselt

Grip houden werkt belemmerend. Als je ruimte geeft om dingen te laten ontstaan en je daar als provincie naar gaat verhouden, dan kom je met elkaar veel verder.

Evert Jan van Hasselt

Aansprekende resultaten

De aanbevelingen van het Vliegwielproject passen goed bij het aanjagen van meer omgevingsgericht werken. In 2021 heeft het CMT zich voornamelijk gebogen over de opbouw van werkprocessen die noodzakelijk zijn onder de Omgevingswet. Het in de aanbevelingen genoemde backofficeproces is onderdeel van het werkproces ‘van buiten naar binnen’, één van de benodigde werkprocessen voor omgevingsgericht werken. In 2022 wordt de verdere vormgeving van het werkproces ‘van buiten naar binnen’ uitgewerkt en zal duidelijker worden of en hoe de aanbevelingen van het Vliegwielproject hierin verwerkt kunnen worden.

In 2021 verscheen een magazine waarin de eerste resultaten van het project Vliegwiel van gemeenschapskracht werden gepresenteerd.  

12

Culemborgse Veer - Beatrixsluis op het Eiland van Schalkwijk

Wat gebeurt er?

Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) werkt sinds 2019 op grond van het Hoogwaterbeschermings-programma (HWBP) aan het Project Sterke Lekdijk. De ambitie voor dit project is de realisatie van de dijkversterking van het traject Culemborgse Veer tot aan Beatrixsluis in 2026. Het richt zich daarbij niet alleen op een waterveilige, toekomstbestendige en beheerbare waterkering, maar ook op het creëren van maatschappelijke meerwaarde en ruimtelijke kwaliteit. 

Het traject Culemborgse Veer – Beatrixsluis (CUB) ligt op het Eiland van Schalkwijk, grotendeels in de gemeente Houten. De dijk vormt hier een ‘icoon’ in het landschap, waar twee Nederlandse waterverhalen over en met het water elkaar ontmoeten: het dijklandschap van de rivier de Lek en het Unesco Werelderfgoed de Hollandse Waterlinies. De Lekdijk zorgde 1.000 jaar geleden al voor droge voeten en droeg bij aan het ontstaan van het huidige landschap. De dijk vormt een grens tussen binnendijks cultuur(historisch)landschap en buitendijks natuurlandschap met prachtige uiterwaarden. Daarbij is de dijk al eeuwen onderdeel van een netwerk van wegen en routes. 

De Nieuwe Hollandse Waterlinie op het Eiland van Schalkwijk wordt ook wel het 'hart van de waterlinie’ genoemd. Er is geen andere plek in de linie waar de kernkwaliteiten ‘het strategische landschap, het watermanagementsysteem en de militaire werken’ nog in zo'n gave staat en in onderlinge samenhang te zien en te beleven zijn. In ditzelfde gebied liggen naast de water(linie)opgaven ook natuuropgaven, recreatieopgaven en mobiliteitsopgaven. 

Vanaf 2020 werken provincie Utrecht, HDSR, Rijkswaterstaat en de gemeenten Houten en Nieuwegein intensief samen aan het traject CUB. De partijen hebben uitgesproken dat de start van dit dijktraject hét moment is om de verschillende ambities en opgaven in dit gebied met elkaar te combineren in een integrale gebiedsaanpak. Ook uit het gebied zelf kwam de vraag van ondernemers, bewoners en belangenverenigingen om de verschillende ontwikkelingen in het gebied meer in samenhang uit te werken. Er is bewust ingezet op proactieve samenwerking vanwege de kansen om in dit gebied aansluitend op de dijkversterking verschillende ambities te realiseren.

Ervaringen

Door opgaven te combineren, kan efficiënter en met minder overlast voor de omgeving worden gewerkt. In dit project, waar veel regionale opgaven samenkomen, is de provincie enerzijds een ‘verbinder’ tussen de verschillende partijen en anderzijds ook ‘aanjager en trekker’ voor het realiseren van verschillende doelen. Met name op het gebied van cultuurhistorie, recreatie, mobiliteit en natuur. Om die reden stelde de provincie een gebiedsregisseur aan, met als opdracht de samenhang op het geheel van de projecten te borgen. De rol van de gebiedsregisseur is ook vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst tussen de diverse partijen.

Communicatie met de omgeving wordt tussen de partijen onderling afgestemd en zoveel mogelijk gebundeld om ongestructureerde overdaad aan informatie richting de omgeving te voorkomen. Hoe leid je zo’n complexe opgave in goede banen?

Portretfoto: Noëlle van Herp

De versterking van dijken mag dan wel een veiligheidsopgave zijn, maar het is een veiligheidsopgave die ligt ín UNESCO werelderfgoed. Je zou kunnen stellen dat je dat dan wel moet koppelen.

Noëlle van Herp

Noëlle van Herp werkt voor de provincie Utrecht en vervult de rol als gebiedsregisseur om alle neuzen dezelfde kant op te houden. “Ik ben een soort olievrouwtje,” licht ze toe. “Alles soepel laten lopen tussen de betrokken partijen, dat zie ik als mijn rol. De versterking van dijken mag dan wel een veiligheidsopgave zijn, maar het is een veiligheidsopgave die ligt ín Unesco Werelderfgoed. Je zou kunnen stellen dat je dat dan wel moet koppelen. Met het sámen ontwerpen van de meekoppelprojecten aan de dijk worden Lekdijk en uiterwaarden sterker met het gebied verbonden. Dit betreft onder meer het versterken van het recreatieve netwerk voor wandelaars en het beter zichtbaar en beleefbaar maken van de cultuurhistorie langs de dijk, met name gericht op de Nieuwe Hollandse Waterlinie en natuurontwikkeling in de uiterwaarden.”

Alleen ga je sneller, samen
ga je beter

- Annelien ter Meer

“Alleen ga je sneller, samen ga je beter”. Daarmee haalt Annelien ter Meer, omgevingsmanager bij HDSR, een bekend gezegde aan. “Op een paar kilometer dijk gaan veel dingen gebeuren die allemaal invloed hebben op dezelfde bewoners. Wij willen de dijk versterken, de gemeente wil de weg die daarop ligt opnieuw inrichten, de provincie ziet kansen voor natuur, recreatie en cultuurhistorisch erfgoed en Rijkswaterstaat heeft plannen vanuit de Kaderrichtlijn Water. Je kunt je voorstellen wat er gebeurt als iedere partij voor zich aan de slag gaat: dat zijn vijf informatieavonden, vijf nieuwsbrieven, vijf inspraakprocedures. Met de door ons gekozen integrale gebiedsaanpak ontstaan er overlegstructuren tussen welwillende partijen die eenieder streven naar een win-win situatie. En de omwonenden kunnen op één moment ergens terecht voor alle benodigde informatie.”

Aansprekende resultaten

De verkenningsfase voor dit dijktraject liep van medio 2019 tot eind 2021 en resulteerde in meerdere zogeheten meekoppelkansen. Het eindproduct van HDSR in deze fase was een Voorkeursalternatief waarin, naast de gewenste variant van de dijkversterking, de meekoppelkansen van alle betrokken partijen in samenhang zijn opgenomen.

In de huidige planfase, die loopt tot medio 2023, gaan de partijen verder met deze samenwerking en werken zij de kansen voor versterking van natuur, cultuurhistorie, landschap, recreatie en mobiliteit verder uit. Hiervoor is in november 2021 een ‘Samenwerkingsovereenkomst Planfase’ getekend. De partijen verplichten zich daarmee om zich de komende jaren in te spannen voor het reserveren van realisatiebudgetten voor de daadwerkelijke uitvoering van de meekoppelprojecten. Aan het einde van de planfase is er één integraal ontwerp waarvan de meekoppelprojecten onderdeel uitmaken. Eind 2023 zal een samenwerkingsovereenkomst ‘Realisatiefase’ worden getekend zodat de uitvoering in 2024 van start kan gaan.

Daarnaast is er in 2021 een digitaal bezoekerscentrum ontwikkeld, omdat fysieke bijeenkomsten vanwege coronamaatregelen niet mogelijk waren. In dit centrum kan iedereen, ook nu nog, op eigen tempo en op elk moment rondkijken. Er is informatie te vinden over het Voorkeursalternatief van HDSR waarin, naast de gewenste variant van de dijkversterking, ook de meekoppelkansen van de partijen in samenhang worden getoond.

Wat gebeurt er?

In 2021 heeft de provincie Utrecht, samen met verschillende gemeenten, regionale programma’s gemaakt voor woningbouw en bedrijventerreinen. Het regionaal programmeren voor wonen en werken is een nieuwe vorm van samenwerken, waarbij gemeenten en provincie in regionaal verband werken aan de woningbouwopgave en de opgave ten aanzien van bedrijventerreinen. Het is een cyclisch proces: de programma’s worden een- tot tweejaarlijks geactualiseerd. Het voordeel hiervan is dat gemeenten regelmatig nieuwe locaties in kunnen brengen en dat gezamenlijk kan worden gestuurd op de voortgang.

Het eerste programma (deel realisatie) omvat de locaties die zo goed als vast staan en op korte en middellange termijn (tot circa 2030) gerealiseerd kunnen worden. Voor de drie regio’s U16, Amersfoort (Utrechtse gemeenten) en Foodvalley (Utrechtse gemeenten) gaat het in totaal om ruim 84.000 woningen en 54 hectare aan nieuw bedrijventerrein. Tot 2040 zijn er nog meer woningen en bedrijventerrein nodig. Daarvoor zijn er ook al locaties, die zijn opgenomen in het programma bij het onderdeel ‘pijplijn’. Het gaat daarbij vooralsnog om 82.000 woningen en 94 hectare bedrijventerrein.

Aanvullend zijn er ook kwalitatieve afspraken gemaakt over bijvoorbeeld het stimuleren van energieneutrale nieuwbouw en klimaatadaptief en circulair bouwen. Alle regio’s streven naar tenminste 50% sociale en middeldure bouw. Voor bedrijventerreinen wordt ingezet op intensiever gebruik van bestaande terreinen en verduurzaming.

Op basis van de programma’s van de drie regio’s is het Provinciaal Programma Wonen en Werken opgesteld. Dit programma heeft ter inzage gelegen en er is ook een Plan milieueffectrapport (PlanMER) voor opgesteld. Gedeputeerde Staten stelden dit programma vast op 5 oktober 2021.

Regionaal programmeren is een nieuwe manier om, in de geest van de Omgevingswet, samen te werken als één overheid, ieder vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheden. Gemeenten hebben meer verantwoordelijkheid voor de lokale woningbouwopgaven. Het Netwerk Omgevingsgericht Werken bood in 2021 ondersteuning met een projectsecretaris die ook input leverde om de werkprocessen vorm te geven. De regionale programmering is ondertussen opgepakt als een groeiproces en al doende wordt de gezamenlijke werkwijze verder ontwikkeld en verbeterd. In dat kader is begin 2022 een externe procesevaluatie uitgevoerd. De uitkomsten van de evaluatie worden betrokken bij het vormgeven van de volgende cycli van regionale programmering.

Magazines van de provincie Utrecht

Hier vind je de magazines die de provincie Utrecht publiceert. Daarin kun je, in woord én beeld, zien aan welke opgaven we werken. Elke dag weer. Zo balanceren we samen tussen groen en groei.
Volledig scherm