
Natuur versterken
Om onze bossen, heide en graslanden te behouden en sterk te maken, is beheer en herstel belangrijk.
We beheren de natuur onder andere door te maaien.
Als provincie hebben we de opdracht goed voor de natuur te zorgen en de kwaliteit te behouden. Hoe we dat doen, verschilt per gebied.
Samen zorgen voor de natuur
In onze provincie maken we onderscheid tussen beheer van natuurgebieden, de Natura 2000-gebieden en de natuur in het landelijk gebied. We werken hierbij nauw samen met Staatsbosbeheer, Utrechts Landschap, Natuurmonumenten, Waterschappen, Rijkswaterstaat, agrariërs, natuurorganisaties en particuliere grondeigenaren die hier veelal subsidie voor krijgen.
Bossen gaan achteruit waardoor er minder paddenstoelen zijn.
Beheer van natuurgebieden
De manier waarop mensen het land en de natuur door de eeuwen heen gebruikt hebben, heeft de natuur gemaakt tot wat het nu is. Om onze bossen, heide en graslanden zo te behouden, is beheer belangrijk. Anders gaat de kwaliteit achteruit. Heidevelden kunnen verdwijnen en bossen overwoekerd raken door bramen of brandnetels. Neerslag van stikstof versnelt dit proces, waardoor nog intensiever beheer nodig is. Door menselijk ingrijpen in de waterhuishouding en stikstof worden sommige plekken te droog. Te veel meststof verzuurt de bodem, bijvoorbeeld in onze bossen. Het ecosysteem komt hierdoor onder druk te staan, waardoor planten en dieren, zoals paddenstoelen, bosplanten en vogels als sperwers, zanglijsters en mezen verdwijnen.
Verschillende maatregelen
Daarom moeten we maatregelen nemen voor beheer en ontwikkeling van de natuur. Maar wat er nodig is, verschilt per gebied. Denk aan maaien, begrazing, bestrijding van ongewenste soorten en verlaging van de stikstofuitstoot. Ook het verhogen van het waterpeil en het aanleggen van moerasgebieden kan nodig zijn.
“In onze Natura 2000-gebieden komen zeldzame soorten en leefgebieden voor. Dat vraagt soms om andere maatregelen.”
Extra zorg voor
Natura 2000-gebieden
Natura 2000-gebieden zijn uniek vanwege hun zeldzame planten, dieren en leefgebieden. Topnatuur wordt het ook wel genoemd. Onze provincie heeft
10 van zulke gebieden. Het Binnenveld bij Veenendaal bijvoorbeeld heeft blauwgraslanden, bijzonder trilveen en in de sloten leeft de grote modderkuiper. In de Uiterwaarden Lek groeit juist weer speciaal stroomdalgrasland met bedreigde soorten als de rode bremraap en veldsalie. Ook is dit Natura 2000-gebied een belangrijke plek voor de kamsalamander.
Natura 2000-gebied Botshol is een ideale broedplaats voor vogels.
Een deel van het riet wordt weggemaaid. De rest blijft staan als schuilplaats voor dieren.
Extra maatregelen om natuur te herstellen
Helaas gaat de natuurkwaliteit in veel Natura 2000-gebieden achteruit. Het doel is om in 2030 70% van de planten, dieren en hun leefgebieden in een goede staat te hebben. Dat lukt nu niet en daarom zijn extra maatregelen nodig om de achteruitgang te stoppen en de natuur te herstellen. Denk aan het verminderen van stikstofuitstoot, aanpak van invasieve soorten, verhogen van het waterpeil en het verbinden met andere natuurgebieden. Een andere maatregel is plaggen. Hierbij wordt bodem afgeschraapt, het teveel aan meststoffen verwijderd, waardoor de oorspronkelijke begroeiing weer terug kan komen. Om op op lange termijn succes te boeken, zullen er in onze provincie en daarbuiten meer van dit soort maatregelen genomen moeten worden.
Weten hoe het er onze natuurgebieden en de 10 Natura 2000-gebieden precies voorstaat? Lees dan de volledige Rapportage Natuur.
Door slootkanten niet of minder te maaien, blijven belangrijke planten staan.
Natuurvriendelijk beheer door agrariërs
Ook het agrarisch gebied is van oorsprong belangrijk voor de biodiversiteit en ons landschap. Bijen, vlinders en andere insecten vinden voedsel in akkers en graslanden. En het hoge gras is ideaal voor weidevogels zoals grutto en kievit om te broeden. Sloten en oevers bieden leefruimte aan vissen, waterplanten en vogels. De heggen, knotwilgen en houtwallen die het landschap karakter geven, zijn ook belangrijk voor dieren om te schuilen en voedsel te vinden.
Waterplanten laten staan
Omdat het in het landelijk gebied niet goed gaat, is de hulp van agrariërs hard nodig. Gelukkig doen zij steeds meer aan agrarisch natuurbeheer. Ze zorgen bijvoorbeeld voor akkerranden met extra kruiden en bloemen. Bij het schoonmaken van sloten worden niet alle waterplanten weggehaald, zodat vissen en insecten hun schuilplaats behouden. En slootkanten worden niet of gefaseerd gemaaid, waardoor belangrijke oeverplanten zoals de zwanenbloem blijven staan. Dit is weer goed voor soorten als de kamsalamander en de waterjuffer.
Inspanningen voor weidevogels
Sommige agrariërs doen extra hun best voor weidevogels. Ze maaien buiten het broedseizoen, beschermen nesten of gebruiken een plasdraspomp om weilanden onder water te zetten. Dit maakt de grond drassig, waardoor weidevogels makkelijk hun voedsel zoals insecten en wormen vinden.
Voorlopige cijfers tonen dat het aantal weidevogels op sommige plekken in de provincie stabiel is. Dit is positief, omdat provinciaal en landelijk het aantal weidevogels nog steeds afneemt. De meetperiode is echter te kort voor definitieve conclusies.
Sommige agrariërs zetten zich extra in voor weidevogels zoals de grutto.
“In 2023 werd bijna 20% van het agrarisch gebied op natuurvriendelijke wijze beheerd. Dat is het hoogste percentage van alle provincies.”
Cijfers in beeld
Voor de stern worden nestvlotjes aangelegd.
Maaien voor vogels in Zouweboezem
Het Natura 2000-gebied Zouweboezem bij Lexmond werd vroeger gebruikt om polderwater op te slaan. Het riet dat er groeit, werd gebruikt voor bedekking van daken. Nu is Zouweboezem een belangrijk leefgebied voor veel moerasvogels zoals de zwarte stern, waterral, snor en bruine kiekendief. In het voorjaar broeden er meer dan 200 paar purperreigers, de grootste kolonie van Nederland. Het Zuid-Hollands Landschap beheert het gebied. In de winter wordt het riet gedeeltelijk gemaaid om te voorkomen dat het dichtgroeit. Maar er blijft ook riet staan, zodat vogels er kunnen broeden en voedsel vinden. De zwarte stern komt elk jaar speciaal naar de Zouweboezem om te broeden. Vaak gebeurt dit op waterplanten. Maar we helpen ze door rieteilandjes en nestvlotjes in het water aan te leggen.

Bij-vriendelijke bermen
De 300 kilometers berm langs provinciale wegen staan zomers volop in bloei en trekken bijen en andere insecten aan. Voor de verkeersveiligheid moeten we bermen maaien, maar door dit minder vaak en anders te doen, voorkomen we dat insecten hier geen voedsel meer kunnen vinden. Dat noemen we ecologisch bermbeheer.

Natuur versterken
Om onze bossen, heide en graslanden te behouden en sterk te maken, is beheer en herstel belangrijk.
We beheren de natuur onder andere door te maaien.
Cijfers in beeld
Als provincie hebben we de opdracht goed voor de natuur te zorgen en de kwaliteit te behouden. Hoe we dat doen, verschilt per gebied.
Samen zorgen voor de natuur
In onze provincie maken we onderscheid tussen beheer van natuurgebieden, de Natura 2000-gebieden en de natuur in het landelijk gebied. We werken hierbij nauw samen met Staatsbosbeheer, Utrechts Landschap, Natuurmonumenten, Waterschappen, Rijkswaterstaat, agrariërs, natuurorganisaties en particuliere grondeigenaren die hier veelal subsidie voor krijgen.
Bossen gaan achteruit waardoor er minder paddenstoelen zijn.
Beheer van natuurgebieden
De manier waarop mensen het land en de natuur door de eeuwen heen gebruikt hebben, heeft de natuur gemaakt tot wat het nu is. Om onze bossen, heide en graslanden zo te behouden, is beheer belangrijk. Anders gaat de kwaliteit achteruit. Heidevelden kunnen verdwijnen en bossen overwoekerd raken door bramen of brandnetels. Neerslag van stikstof versnelt dit proces, waardoor nog intensiever beheer nodig is. Door menselijk ingrijpen in de waterhuishouding en stikstof worden sommige plekken te droog. Te veel meststof verzuurt de bodem, bijvoorbeeld in onze bossen. Het ecosysteem komt hierdoor onder druk te staan, waardoor planten en dieren, zoals paddenstoelen, bosplanten en vogels als sperwers, zanglijsters en mezen verdwijnen.
Verschillende maatregelen
Daarom moeten we maatregelen nemen voor beheer en ontwikkeling van de natuur. Maar wat er nodig is, verschilt per gebied. Denk aan maaien, begrazing, bestrijding van ongewenste soorten en verlaging van de stikstofuitstoot. Ook het verhogen van het waterpeil en het aanleggen van moerasgebieden kan nodig zijn.
“In onze Natura 2000-gebieden komen zeldzame soorten en leefgebieden voor. Dat vraagt soms om andere maatregelen.”
Extra zorg voor
Natura 2000-gebieden
Natura 2000-gebieden zijn uniek vanwege hun zeldzame planten, dieren en leefgebieden. Topnatuur wordt het ook wel genoemd. Onze provincie heeft
10 van zulke gebieden. Het Binnenveld bij Veenendaal bijvoorbeeld heeft blauwgraslanden, bijzonder trilveen en in de sloten leeft de grote modderkuiper. In de Uiterwaarden Lek groeit juist weer speciaal stroomdalgrasland met bedreigde soorten als de rode bremraap en veldsalie. Ook is dit Natura 2000-gebied een belangrijke plek voor de kamsalamander.
Natura 2000-gebied Botshol is een ideale broedplaats voor vogels.
Een deel van het riet wordt weggemaaid. De rest blijft staan als schuilplaats voor dieren.
Extra maatregelen om natuur te herstellen
Helaas gaat de natuurkwaliteit in veel Natura 2000-gebieden achteruit. Het doel is om in 2030 70% van de planten, dieren en hun leefgebieden in een goede staat te hebben. Dat lukt nu niet en daarom zijn extra maatregelen nodig om de achteruitgang te stoppen en de natuur te herstellen. Denk aan het verminderen van stikstofuitstoot, aanpak van invasieve soorten, verhogen van het waterpeil en het verbinden met andere natuurgebieden. Een andere maatregel is plaggen. Hierbij wordt bodem afgeschraapt, het teveel aan meststoffen verwijderd, waardoor de oorspronkelijke begroeiing weer terug kan komen. Om op op lange termijn succes te boeken, zullen er in onze provincie en daarbuiten meer van dit soort maatregelen genomen moeten worden.
Weten hoe het er onze natuurgebieden en de 10 Natura 2000-gebieden precies voorstaat? Lees dan de volledige Rapportage Natuur.
Door slootkanten niet of minder te maaien, blijven belangrijke planten staan.
Natuurvriendelijk beheer door agrariërs
Ook het agrarisch gebied is van oorsprong belangrijk voor de biodiversiteit en ons landschap. Bijen, vlinders en andere insecten vinden voedsel in akkers en graslanden. En het hoge gras is ideaal voor weidevogels zoals grutto en kievit om te broeden. Sloten en oevers bieden leefruimte aan vissen, waterplanten en vogels. De heggen, knotwilgen en houtwallen die het landschap karakter geven, zijn ook belangrijk voor dieren om te schuilen en voedsel te vinden.
Waterplanten laten staan
Omdat het in het landelijk gebied niet goed gaat, is de hulp van agrariërs hard nodig. Gelukkig doen zij steeds meer aan agrarisch natuurbeheer. Ze zorgen bijvoorbeeld voor akkerranden met extra kruiden en bloemen. Bij het schoonmaken van sloten worden niet alle waterplanten weggehaald, zodat vissen en insecten hun schuilplaats behouden. En slootkanten worden niet of gefaseerd gemaaid, waardoor belangrijke oeverplanten zoals de zwanenbloem blijven staan. Dit is weer goed voor soorten als de kamsalamander en de waterjuffer.
Inspanningen voor weidevogels
Sommige agrariërs doen extra hun best voor weidevogels. Ze maaien buiten het broedseizoen, beschermen nesten of gebruiken een plasdraspomp om weilanden onder water te zetten. Dit maakt de grond drassig, waardoor weidevogels makkelijk hun voedsel zoals insecten en wormen vinden.
Voorlopige cijfers tonen dat het aantal weidevogels op sommige plekken in de provincie stabiel is. Dit is positief, omdat provinciaal en landelijk het aantal weidevogels nog steeds afneemt. De meetperiode is echter te kort voor definitieve conclusies.
Sommige agrariërs zetten zich extra in voor weidevogels zoals de grutto.
“In 2023 werd bijna 20% van het agrarisch gebied op natuurvriendelijke wijze beheerd. Dat is het hoogste percentage van alle provincies.”
Voor de stern worden nestvlotjes aangelegd.
Maaien voor vogels in Zouweboezem
Het Natura 2000-gebied Zouweboezem bij Lexmond werd vroeger gebruikt om polderwater op te slaan. Het riet dat er groeit, werd gebruikt voor bedekking van daken. Nu is Zouweboezem een belangrijk leefgebied voor veel moerasvogels zoals de zwarte stern, waterral, snor en bruine kiekendief. In het voorjaar broeden er meer dan 200 paar purperreigers, de grootste kolonie van Nederland. Het Zuid-Hollands Landschap beheert het gebied. In de winter wordt het riet gedeeltelijk gemaaid om te voorkomen dat het dichtgroeit. Maar er blijft ook riet staan, zodat vogels er kunnen broeden en voedsel vinden. De zwarte stern komt elk jaar speciaal naar de Zouweboezem om te broeden. Vaak gebeurt dit op waterplanten. Maar we helpen ze door rieteilandjes en nestvlotjes in het water aan te leggen.

Bij-vriendelijke bermen
De 300 kilometers berm langs provinciale wegen staan zomers volop in bloei en trekken bijen en andere insecten aan. Voor de verkeersveiligheid moeten we bermen maaien, maar door dit minder vaak en anders te doen, voorkomen we dat insecten hier geen voedsel meer kunnen vinden. Dat noemen we ecologisch bermbeheer.
10
Natura 2000-gebieden
in de provincie Utrecht
