Wat is Utrecht toch een fantastische provincie en wat een voorrecht om hier – inmiddels voor het zesde jaar – commissaris van de Koning te mogen zijn. Die gedachte bekruipt me regelmatig als ik de diversiteit aan landschappen in me opneem en nageniet van een goed gesprek met bewoners in een van onze kernen. Ik kijk terug op een mooi en afwisselend jaar met veel waardevolle ontmoetingen, onder meer met Utrechtse jongeren. Natuurlijk is niet alles rozengeur en maneschijn: het is steeds moeilijker voor jongeren om een woning te vinden. En de terugkeer van de wolf in onze provincie houdt bijvoorbeeld de gemoederen flink bezig.

Persoonlijk beleefde ik begin oktober een bijzonder moment toen Provinciale Staten besloten om mij voor een tweede termijn als commissaris van de Koning voor te dragen bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Sinds november vormt de gerestaureerde Domtoren weer het schitterend middelpunt van onze hoofdstad. Ik onderschrijf de observatie van Maarten van Rossem die dit jaar de Paushuizelezing verzorgde volledig, dat de stad mede dankzij universiteit en studentenpopulatie bruist als nooit tevoren. Een link naar zijn vermakelijke lofzang op Utrecht vindt u verderop in dit jaarverslag.

Ik wens u veel kijk- en leesplezier!